Beschrijving

Op een eiland voor de kust van Florida ziet Jeff Meeks een foto van een vrouw in de krant. Ze is ernstig mishandeld en voor dood achtergelaten. Niemand weet wat er is gebeurd, niemand kent haar naam. Meeks weet om wie het gaat: Gail Rogers, de privédetective met wie hij in een vorige zaak heeft samengewerkt.

Als hij probeert te achterhalen wat er met Rogers is gebeurd, ontdekt hij dat ze de dertienjarige dochter van een welgestelde zakenman in de gaten moest houden. Een paar dagen na de mishandeling van Gail Rogers verschijnt het meisje niet op school. Ze is spoorloos verdwenen, maar niemand lijkt zich daar druk om te maken. Zelfs haar ouders niet.

Meeks gaat op onderzoek uit en krijgt te maken met onverwacht sterke vrouwen. En een paar zijn er uit op zijn leven.

Fragment

Haar gezicht zag er verkruimeld uit. Losse stukken op een wit kussen met een neuspunt die maar net uitkwam boven bulten die aan de basis paars en aan de bovenkant donkerrood waren. Aan de rechterkant zaten rijen hechtingen die zwarte walletjes vormden waardoor wang en kin er uitzagen als een akker waar een beginneling in had rondgeploegd. De delen die niet geraakt waren vormden grijze vlakken. Haar haren waren aan één kant boven de slaap weggeschoren om een centimeters lange wond te kunnen behandelen. Onder haar ogen zaten de zwarte strepen van een gebroken neus. In de ogen zat geen leven; doffe, grote pupillen die niet bewogen, ook niet toen ik mijn hand boven haar gezicht liet hangen en langzaam bewoog.

‘Hersenschudding,’ zei de verpleegster die schuin achter me stond. Ze was lang, mager en sterk. Elke keer als ik me vooroverboog klauwde ze in mijn bovenarm en trok ze me achteruit. ‘Ze heeft ook een shock. We weten niet hoe lang het zal duren. Ze moet rust.’ Ze aarzelde. ‘U weet zeker dat u familie bent?’

Dat was ik niet. Ik was geen familie, geen vriend, nauwelijks een bekende.

‘Ja, zei ik. ‘Jeff Meeks. Ik ben een neef van Gail.’

Ze trok me verder achteruit en keek naar me met samengeknepen lippen. Eerst knikte ze, daarna bekeek ze me van hoofd tot voeten, twee keer.

‘Gail.’ ‘Rogers,’ zei ik.

‘Ik dacht dat u Meeks zei.’

‘Mijn moeder was een Rogers. Ze trouwde met een Meeks.’

Ze dacht na. ‘Achterneef dus.’

Ik heb nooit kunnen onthouden hoe het zit met dat neven- en nichtengedoe. ‘We zeiden neef en nicht. Mijn ouders verhuisden naar het zuiden. Die van haar bleven in de buurt van de Great Smokey Mountains’.

Ze bekeek me opnieuw. ‘Ze, Gail, ligt hier al drie dagen,’ zei ze terwijl ze naar het bed wees. ‘Ze heeft gisteren in de kranten gestaan. Niet één reactie. Niet een echte, in elk geval. Het enige wat we van haar wisten was haar voornaam. In een hand had ze een kettinkje met een hart waar Gail in stond.’

‘In de krant werd ze Jane Doe genoemd, niet Gail Doe.’

‘Dat is, hoe noemen ze dat bij de politie, daderkennis of zoiets. We hebben gisteren drie mannen gehad die haar wilden zien.’ Ze trok haar bovenlip op. ‘Kijken en nog eens kijken. Eentje stond erbij met een hand in zijn broekzak, nou dan weet je het wel. Geen van drieën noemde haar Gail.’

‘Gail Rogers uit Tennessee. Daar woonde ze meer dan een jaar geleden. In Knoxville. Ze was privé-detective. Gail Rogers P.I., zo stond het op haar kaartje. Wat is er met haar gebeurd, Judy.’

De verpleegster knipperde met haar ogen toen ik haar naam noemde. ‘Hoe weet ...’ Ze keek naar haar borst. ‘O, dat. Ik ben een beetje van slag. Zoals ze binnen werd gebracht. We dachten ... ik dacht dat ze het niet zou halen. Zo erg zie je het niet vaak.’

Ik wees naar een punt onder de dekens, ongeveer ter hoogte van Gails buik. ‘Is ze ...’

Judy schudde van nee. ‘Dat is het gekke. Ze heeft een paar blauwe plekken, maar die zijn waarschijnlijk ontstaan omdat ze is gevallen. Haar overvallers hebben haar in het gezicht geslagen, en geslagen. Steeds opnieuw. Geschopt misschien wel. Ze is gevonden op een plek vlakbij het strand. Honderden mensen moeten vlak langs haar zijn gelopen. Ze lag onder plastic zakken, van een afstand van een paar meter zag het eruit als afval. Dat zeiden ze. Afval.’

‘Hoe is ze ontdekt?’

Judy wist het, maar ze wilde het niet zeggen, dat zag ik aan haar gezicht. ‘Iemand die zijn hond uitliet. Hou het daar maar op.’ Het klonk klungelig en ze keek alsof ze wilde zeggen: sorry dat ik niet beter kan liegen.

‘Komt het goed met haar?’

Ik bedoelde: Komt het goed met haar gezicht. Dat was het belangrijkste voor Gail, haar gezicht.

 

Recensie

De spannendste Jeff Meeks. Een echte aanrader.

(Bol.com; *****)

 

De Zwaans karakterbeschrijvingen en de confrontaties die Meeks aangaat, zijn hilarisch. Het mooist zijn de dialogen die Meeks met zichzelf voert. .... Een Zaak van Vrouwen is een meeslepende roman over een overlever.'

(Mieske van Eck, Brabants Dagblad)

 

‘Ook in Een zaak van vrouwen is De Zwaan stijlvast: ad rem, hilarisch en hardgekookt. De dialogen zijn opnieuw om door een ringetje te halen en – ook niet onbelangrijk – het verhaal is van begin tot eind spannend, variëren van tamelijk tot loeispannend.

(Peter Kuijt, GPD; ****)

 

Op een geloofwaardige manier doseert De Zwaan de relevante kennis over alles wat te maken heeft met de oplossing van een zaak die zich als een olievlek steeds verder uitbreidt. ... Een spannend en vermakelijk boek waarin de hoofdpersoon zelf de grenzen van de wet opzoekt.

(Crimezone.nl, ****)

 

 

Een zaak van vrouwen
Titel:Een zaak van vrouwen
Uitgever:De Bezige Bij/Cargo
Jaar:2009
Serie:Jeff Meeks
Pagina's:302
Isbn:978 90 234 4027 7